- DenBolle.nl - https://www.denbolle.nl -

Toch een BCC:’tje ?

Een zakelijk overleg liep gisteren wat uit. Niet doordat de ‘zaken’ moeilijk lopen, of dat er andere problemen zijn, maar domweg omdat er een klik tussen ons is. We draaien nu al een dikke 3 jaar samen en dat bevalt uitstekend. Gaande weg is er ook interesse buiten het zakelijke vlak en ik waardeer haar voor de manier van werken en inzet die ze toont.

Al pratend over dingen die in het verleden gebeurd zijn en waar je dan vaak door ingehaald word weet ze het gesprek wat te draaien, van haar richting mij. We komen op mijn huidige situatie, relaties en hoe we daarin staan. Ook hoe we op dingen reageren wordt uitgebreid besproken. Een feest van herkenning. Tot ze op een moment de leiding in het gesprek neemt en we het krijgen over relaties die we hebben gehad en hoe we daar tegenover staan (we zijn beiden vrijgezel). Zo gaandeweg weet ze dichterbij te komen met haar vragen en terwijl ik er niet op voorbereid ben dwingt ze me een aantal zaken onder ogen te zien en vooral confronteert ze me met mijn halsstarrigheid om niet op mijn eerdere stappen terug te treden.

Dat heb ik ooit een keer gedaan en ben toen behoorlijk op de koffie gekomen. Sindsdien heb ik nooit weer een stap terug gemaakt om wat eerder was gedaan of gezegd ongedaan te maken. Schijnbaar zit ik redelijk binair in elkaar en heb ik geen reden om ook schaduwkleuren te zien. Het is het een of het ander. Door het overlijden van mijn vader is daar een verandering in gekomen, ten dele. Mijn vader en ik waren beiden stijfkoppig en door omstandigheden fors gebrouilleerd geraakt.  Maar… ik had nog altijd een ‘To do’ staan. Als ik ouder en milder zou zijn en hij wellicht een beetje wijzer, nou dan…

Dan kwam niet.
Hij overleed zonder dat we ouder, milder en wijzer werden. Dat was een redelijke eyeopener en ook wel confronterend. Ik heb er tot ongeveer twee jaar geleden ook mee geworsteld in mijn relaties naar anderen. Niet zomaar de deur dicht gooien, begripvol blijven en zelf op de achtergrond blijven. Wel proberen mijn eigen grenzen te bewaken en soms ook daaraan houden.
De vakantie was een forse aanslag op mezelf. Nadenkend over waar ik sta en waar ik voor wie sta heb ik voor mezelf een besluit genomen en voor mezelf gekozen, hoe vervelend dat op dit moment ook voelt. Het voelt niet terecht of juist om te doen, puur gevoelsmatig. Rationeel klopt het, en is het grondig overdacht en geanalyseerd.

Zodoende krijgen we het ook over ‘de ex’ (da’s dan de meest recente, geen idee hoe je daarin een soort van ‘volgorde’ in aanbrengt.) We krijgen het over indruk die iemand kan maken, of gemaakt heeft, wat je juist leuk vond en hoe vaak je nog aan iemand denkt.
Als ik er dan uitflap, op basis van het verhaal van die meid uit de sportschool waar ik van schrok, dat ik nog elke dag aan haar denk en me van alles afvraag slaat ze toe. Feilloos weet ze m’n gevoelige plek te vinden. “Waarom neem je dan geen contact op ?”. Een volledige kortsluiting in mijn hoofd is het gevolg. Contact opnemen. Zo vaak aan gedacht, kijkend naar een emailschermpje, of een telefoonnummer, slechts een druk van contact (of voicemail) af.

Als ik vertel hoe de relatie beëindigd is snijd ze me de pas af. “Je denkt te snel, en geeft de ander geen kans om te reageren” Mhm, daar zit op zich wat in. Mijn harses maalt de hele tijd, en als ik wat wil uitleggen ben ik vaak een stap of tig verder dan wat ik vertel, zonder te registreren wat ik wel of juist niet verteld heb. De toehoorder is lichtelijk verbijsterd door een schijnbaar gebrek aan logica of het zomaar horen wat ik brabbel.
Ga d’r maar aan staan : een dikke 120 kg wild vlees met een eigenwilletje en bij tijd en wijle een meewerkend vermogen van een dooie walrus, wat ca. 10% uitspreekt van wat ‘m door de kop gaat, en dan ook nog vindt dat je zo een eerlijke kans krijgt.

Op zich heeft ze dus volkomen gelijk “te snel, geeft geen kans.” Dus ? NEE! Maar waartegen ik vecht is mezelf niet eens duidelijk.
De stijfkoppigheid zet vol in en ik ben niet meer te bewegen. Ze stelt de juiste vragen “Vraag je je niet af hoe het zou zijn samen nu, als het wel had gewerkt ?”  “Wil je niet weten hoe het met haar nu gaat?” “Zou je niet … ” etc.  En op elke vraag zou ik eigenlijk ja kunnen zeggen. Sterker dat heb ik gezegd. En als dan de slot opmerking komt  “Stuur d’r dan een mailtje en zie wat er gebeurt. ” blokkeer ik. M’n hersenen draaien op volle toeren, tig scenario’s schieten door mijn hoofd en allemaal zouden ze kunnen gebeuren zowel de goede als de slechte, zeg ik om mezelf te motiveren.  En toch wil de knop niet om.
We vechten samen nog na in de hal als ze uiteindelijk een paar uur te laat vertrekt. “Stuur me een BCC’tje, als je haar nog zou mailen. Je bent dan echt heel groot.” zegt ze grijnzend als ze het pand verlaat.

Gisteravond terwijl een stoethaspelende automobilist zich de blubber schrikt omdat ik ‘ineens’ naast ‘m zit en ik over de A1 pruttel schieten er allerlei dingen door m’n hoofd. Zal ik, of zou ik, hoe afijn..
Thuis gekomen blijkt het gesprek en wat ze los gemaakt heeft dik in te slaan, total loss ga ik vroeg naar bed waar ik weer denk en prakkiseer. ’s Nachts schrik ik wakker als ik droom over wat ik met m’n ex diverse keren heb besproken: de drie kinderen, het huis en opvoeden, van elkaar genieten, alles.
Slecht uitgerust kom ik aan op het werk, ik kan me de rit niet eens goed herinneren.  De hele dag maal ik en overweeg ik een stap te maken.

“Scheet,

vanaf het moment dat ik je voor het eerst gezien heb viel je op. Zelfs een blinde zou je gezien hebben. Een flikkerende zonnestraal tussen grijze en saaie mensen. Glunderend liet je de zon naar je toekomen en straalde je.
Na weken van kijken liet je me schrikken, super schrikken. In de bus was er plaats naast jou, en je wilde dat ik daar ging zitten. Je drong op een bijzondere manier in mijn leven en zette het op de kop. Je liet me kennis maken met jou dingen en eigenaardigheden die jou tot die zon maakte in het leven. Zelfs toen je me de koffie uit de handen jatte bleef ik je vertederend vinden.

Je was de enige die mijn hart tot stilstand bracht en na vijf seconden weer tot leven wekte met een kus.

Jouw kinderwens werd de mijne, en mijn toekomst wens werd onze toekomst wens.
Mijn leven delen met jou was wat ik zou willen. Minder werken, meer samen en vooral geniet van elkaar, het leven en alles wat er gebeurde. Toen we na een korte periode samen toch uit elkaar vielen, door iets wat ik mezelf aanreken, bleef je in mijn leven. De kleur van je huis waar ik op reageerde en die ik afwees zal deels de kleur van mijn nieuwe huis worden en was de kleur van het huis in Denemarken. De mensen waar je me voor waarschuwde bleken inderdaad gevaarlijk voor me, en daar heb je dus gelijk in gekregen. Het besluit wat je nam, en waar je later over vroeg “of je mij erbij had moeten betrekken” is eigenlijk het enige wat een discussie tussen ons zou kunnen opleveren.

Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan je denk, of je ogenschittering in de ogen van anderen ontdek.

Je manier van lachen zie ik soms bij anderen, je hoofd en handen als je verbaasd was zie nog voor me. Soms voel ik dat je er bent of zou kunnen zijn en wordt onrustig van binnen. Als ik  pas gewassen kleren ruik, ruik ik jou, als ik motor rijd voel ik je achter me zitten. Als ik een kinderwagen met een trotse moeder zie denk ik aan je en zie je achter de wagen staan. Als ik op een heldere nacht naar de maan kijk zie ik deze in gedachten over je huid schijnen, je dons tot een zilverwitte waas verworden.

En achteraf ging het te hard, je kreeg geen serieuze kans om na al die tijd dingen op jouw manier te doen ineens te schakelen naar een extra iemand bij je. Die aandacht wilde, gezien en gehoord wilde worden, zich begrepen wilde voelen.
Dat kost tijd en ik schakel en denk dan te snel zonder je een kans te geven jouw deel daarin te vinden of te doen.
Daardoor heb je geen eerlijke kans gekregen. Ik had je meer tijd moeten gunnen en niet meteen een conclusie moeten trekken en de knoop doorhakken. Daardoor is er een deur dichtgeslagen die niet meer open kan, en dat is mijn fout. Elke dag denk ik aan hoe het had kunnen zijn en hoe het met je gaat, maar ik durf geen stap te zetten.

Sorry.

D.”

Deze rolt in nog geen kwartier uit mijn hoofd en dat zegt dan iets over hoe ik mijn ex heb zitten. Na een dik jaar waarin de relatie is verbroken die maar een paar maanden heeft geduurd, is ze nog elke dag in mijn hoofd en gedachten. En toch kan ik het niet.

Dus, sorry, geen BCC’tje, ik ben niet groot genoeg meer om nu het mijnenveld in te lopen.