- DenBolle.nl - https://www.denbolle.nl -

De schouwarts

Getrouwd zijn (geweest) met een politie agent is ook niet alles. “De schouwarts is geweest.” zegt de krasse knarrin als ze m’n hok binnen loopt, daarmee een wrange beroepservaring verradend. Mijn cynische humor speelt meteen op: “Oh, die werkt in het voren tegenwoordig?” Even kijkt ze me aan en schiet ondanks alles in de lach. “Nee, hoe heet dat nou dan ook? Zo’n tweede arts?

Die tweede arts heeft een gesprek met de zuster van de Knarren gehad. Het einde is in zicht, voor haar, haar omgeving en vooral het mensonterend lijden wat ze heeft doorgemaakt. Een fors uur heeft ie gesproken met iemand die over een week er niet meer is. Haar wens? Deels, maar wel ingegeven door alles waar ze nu tegen aankijkt. Een leven lang doe je je best om er wat van te maken, voed je kinderen op, ben je je vent tot steun, mee lijden met alles, en dan toch wordt je ingehaald door zo’n raar celgroei proces.

Op jonge leeftijd noemen we het een wrat en kan je er mee spelen, maar later heet het kanker en is het fataal. Juist wanneer je de groeicapaciteit van je lijf nodig hebt keert die zich tegen je. Dan blijkt ook wat zo’n lichaam kan. De verhalen als de Knarren weer thuis zijn zijn onthutsend. Uit wat ik hoor probeer ik te toetsen hoe sterk het lichaam nog is, of het nog lang duurt.
Op punten waarbij ik vermoed dat het een kwestie van dagen is, of sterker uren, blijft ze doorgaan, uitgemergeld, doodziek, maar nog steeds levend. “De verjaardag moest ze nog halen” zegt m’n broer, maar dat is alweer bijna een week terug. Een week op m’n werk is in een vloek en een zucht voorbij, maar in de verhalen over haar duren ze jaren.

Die arts heeft ook een hondebaan. In het kader van de Nederlandse regels waarbij onze voormalig gristelijke regering meer keek naar het buitenland “Wat zullen de buren zeggen?” dan naar de wensen van de mensen in de landsgrenzen is er inmiddels toch nog een soort van mogelijkheid van euthanasie. Tig jaar studeer je je de kont blauw om levens te redden en oplossingen te zoeken tegen soms beter weten in. En dan ineens belt een collega je op: ‘Second opinion, euthanasie.. “ Weg alles beloftes, weg eed van die Griek Hippocrates [1].  Aanvang tegennatuurlijk gedrag.

Zou ik er voor kiezen?
Nu niet, maar ik zit niet in de situatie waarin de zus zit. Ik heb nog een groot lijf wat redelijk werkt, en bovenal, ik heb een motor. Nu ben ik nog niet afhankelijk van anderen om naar de wc te gaan, of tegen de gezichten vol afgrijzen aan te kijken als ik overeind kom en een plek weer een groeiende tumor verraad. Aan de andere kant, ik heb ook een donorcodicil, en heb er alle vrede mee als eerdaags een van mijn motoropnames fout afloopt. “Goed geisoleerde buik voor de koude winter aangeboden”, of “tedere blauwe ogen, vrouwen gaan ervoor!” Maar ja, dat is een klatsbamexit einde. Niet een “He, wasdanouh?‘ moment.. Gevolgd door goedbedoelende artsen die in  ‘Ik heb nog nooit twee soorten kanker in mijn 30 jarige carriere meegemaakt‘  een soort van wetenschappelijk bewijs zien van de goede uitkomst van de aankomende periode.

En dan zitten ze daar, hij met z’n medische kennis en eed om te genezen, en zij met nog zoveel te doen, samen met haar fijne vent, en een dodelijke ziekte. En da’s een beetje vuillakkig. Die ziekte houdt z’n bek, en de twee mensen mogen praten over iets wat niet klopt: het voortijdig einde van een leven.
Met wat ik nu weet zou ik al eerder er uit gestapt zijn, maar ja, ik weet het nu, en verkeer niet in de situatie waar zij in zit. En heb dus ook niet die glijdende schaal van grenzen verleggen bij pijn en ongemak meegemaakt.

Morgen gaan de Knarren naar haar toe, en dat maakt het onwerkelijk. Zij gaat naar haar zuster waarvan we nu al weten dat als ik de Knarrin weer zie, ze er niet meer is.
Van de week zat de Knarrin wat van zich af te kijken naar het besneeuwde veld voor het huis en vragend een uitspraak deed die m’n hart brak: “En toch klopt het niet, dat je jongere zuster eerst gaat………toch?

Nee mam, dat klopt niet, jij gaat meemaken dat het leven niet rechtvaardig is.